Promoveren

Veel animo voor het experiment om promovendi een beurs in plaats van een aanstelling te geven, is er niet onder universiteiten. Landelijk mogen er tweeduizend ‘promotiestudenten’ aan de slag, maar dat aantal wordt bij lange na niet gehaald. De Rijksuniversiteit Groningen gaat 850 beurzen verschaffen, de Erasmus Universiteit vijftien. Jammer, want met meer deelnemers zouden voor- en nadelen beter in kaart kunnen worden gebracht.

Nederland voerde het huidige promotiestelsel halverwege de jaren tachtig in, omdat er te weinig animo voor de promotie was. Promovendi werden gepaaid met de status van volwaardige, zij het tijdelijke werknemer met een salaris, pensioenopbouw en recht op een werkloosheidsuitkering bij ontslag.

In de jaren negentig ging de Universiteit van Amsterdam alweer experimenteren met beurzen, maar de rechter stak daar een stokje voor met het oordeel dat promovendi wel degelijk arbeid verrichten en dus als werknemer moeten worden behandeld. Tien jaar later probeerde de RUG het opnieuw, om na jaren van procederen in 2013 haar zin te krijgen. Op dat moment was politiek Den Haag echter al begonnen met plannen voor een beursstelsel, wat met veel vertraging tot het experiment heeft geleid waar alleen Groningen nu enthousiast over lijkt.