Your cart is currently empty!
‘Als het werkt, dan denken managers dat het wel klaar is’
De aandacht bij softwareontwikkeling ligt vaak helemaal op het invullen van functionaliteit; voor zaken als onderhoudbaarheid, architectuur en performance is geen tijd. Terwijl het niet moeilijk hoeft te zijn, denkt softwaretrainer Onno van Roosmalen. Maar er zijn misverstanden recht te zetten rond Agile, architectuur, UML, objectgeoriënteerd programmeren en test-driven development.
‘Modelleren? Dat doen we niet. Design-patterns? Slaan we over. Wij werken namelijk agile.’ Onno van Roosmalen hoort het regelmatig voorbijkomen: Agile als excuus of zelfs smoes om de architectuur van software niet serieus te nemen. Als trainer op het gebied van softwareontwikkeling ziet hij dat er veel misverstanden bestaan rond de zaken die te maken hebben met niet-functionele eisen: architectuur, interfaces, performance, modelleren, onderhoudbaarheid, noem maar op.
Misverstanden die overigens goed te verklaren zijn, want ze hebben te maken met het ongrijpbare begrip van ‘softwarekwaliteit’. ‘Kwaliteit is voor heel veel mensen niet zichtbaar’, vertelt Van Roosmalen. ‘Als het werkt, dan werkt het en dan denken managers, opdrachtgevers en gebruikers dat het wel klaar is. Dan wordt het wel lastig om te beredeneren waarom je iets extra moet doen. Maar ontwikkelaars krijgen dat in de praktijk heel duidelijk terug.’